2. Waterbesparing: Microgroenten hebben aanzienlijk minder water nodig dan volgroeide planten. Ze kunnen efficiënt worden geteeld met behulp van technieken zoals hydrocultuur of aeroponics, waarbij het watergebruik tot wel 90% kan worden verminderd in vergelijking met traditionele landbouwmethoden. Dit draagt bij aan het behoud van een kostbare hulpbron en helpt de druk op watervoorraden te verminderen.
3. Minder gebruik van bestrijdingsmiddelen: Vanwege hun korte groeicyclus hebben microgroenten minder vatbaarheid voor plagen en ziekten, waardoor het gebruik van bestrijdingsmiddelen tot een minimum kan worden beperkt of zelfs geëlimineerd. Dit heeft een positief effect op zowel het milieu als de menselijke gezondheid, omdat er minder schadelijke chemische stoffen in de voedselketen terechtkomen.
4. Vermindering van broeikasgasemissies: Doordat microgroenten lokaal kunnen worden geteeld, wordt de behoefte aan langeafstandstransport aanzienlijk verminderd. Het transport van voedsel over lange afstanden draagt bij aan de uitstoot van broeikasgassen, zoals koolstofdioxide. Door te kiezen voor lokaal geteelde microgroenten, dragen consumenten bij aan de vermindering van de koolstofvoetafdruk die gepaard gaat met voedseltransport.
5. Verrijking van bodemkwaliteit: Microgroenten kunnen worden geteeld met behulp van technieken zoals compostering en vermicompostering, waarbij organisch afval wordt omgezet in voedzame bodemverbeteraars. Deze praktijken verbeteren de bodemkwaliteit door de toevoeging van organische stof en het behoud van voedingsstoffen.